De Herder
Op de grote stille heideDwaalt de herder eenzaam rondWijl de witgewolde kuddeTrouw bewaakt wordt door de hondEn al dwalend ginds en herDenkt de herder: Och, hoe verHoe ver is mijn heideHoe ver is mijn heide, mijn heide
Op de grote stille heideBloeien bloempjes lief en teerPralend in de zonnestralenAls een bloemhof heind en veerEn tevreen met karig loonRoept de herder: O, hoe schoonHoe schoon is mijn heideHoe schoon is mijn heide, mijn heide