En Wij Stappen Stevig Voort
Als heidevelden zich paars bekledenHet beukenbos ons haar vredige koelte verschaftDan lopen wij door de Gelderse bossenGenieten we van haar oneindige pracht
Als dan de machtige eiken hun blad'ren doen vallenEen kille mist de donkere wouden bekroondDan lopen wij over Veluwse veldenWaar sterrenpracht onze wegen toont
Als dan kou en vorst weer de heide doet krakenEn winterijs zich in onze baarden vormtDan lopen wij door de Gelderse bossenWaar een ijzige wind het leven bestormt
Maar dan zal de zon weer het ijs doen verdwijnenEn sierlijke berken dragen het jong-ontsproten groenDan lopen wij over Veluwse veldenWaar d'aarde en het leven zich van de ijzige koude ontdoen